De corona crisis heeft ons een andere kijk gegeven op het ‘normaal’. Normaal gaan we uit bed, gaan we naar school of naar het werk. We gaan naar de (sport)club of doen vrijwilligerswerk en zoeken sociaal contact met onze buren, vrienden of familie. 1 of 2 keer per jaar gaan we op vakantie en we trekken er graag met z’n allen bij mooi weer in het weekend op uit. Kortom het mag allemaal weer, maar toch een beetje anders. Afgelopen week pleitte de voorzitter Anneke van Zanen van NOC*NSF voor een ministerie van Rijksvitaliteit, om te zorgen dat iedereen in Nederland gezond kan blijven.
Samenwerken
‘Ik sluit me aan bij Van Zanen; Ze maakt de vergelijking met Rijkswaterstaat – net zoals samenwerken in de strijd tegen het water, samenwerken in de strijd om onze gezondheid. “Dat vraagt om een gecoördineerde aanpak van het Rijk, de provincies en gemeenten’.
Op dit moment wordt er zowel lokaal als nationaal teveel gefragmenteerd gewerkt. Lokale overheden en maatschappelijke organisaties werken samen, maar er is soms te weinig oog voor expertise uit het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven gaat soms sneller dan de overheid en er zijn teveel commerciële belangen. Er zijn wel coalities en akkoorden (zoals sport- en preventie), maar deze verschillen lokaal teveel. De aanpak, het komen tot een samenwerkingsverband en een duidelijke agenda voor een stad of regio is vaak lastig. Het verschil samen willen maken en elkaars krachten inzien is vaak lastig voor partijen of individuen.
‘Alleen samen krijgen we corona onder controle. Laten we dan ook samen de strijd aangaan om Nederland gezonder en vitaler te maken’
Gerichte interventies, waarbij je aantoonbaar kunt maken maken dat het gedrag veranderd van mensen, red je niet alleen door het inzetten van allerlei technieken. Er zit veel meer achter en het moet gedragen worden door meerdere partijen. Overheid, bedrijfsleven, inwoners en organisaties gericht op vitaliteit en gezondheid in een leef- of werkomgeving. Door samen te werken aan een hoger gelegen doel; Een omgeving vitaal en gezond maken, bereik je meer en heb je meer invloed om duurzame gedragsverandering te vergroten, te versterken en te vermeerderen.
Figuur1: Het vitaliteitsmodel wat gebruikt wordt in Breda door het netwerk van Vitaal Breda
Kortom ik pleit voor meer lokale samenwerkingsverbanden. Samen met een collectief gerichte doelstellingen neerzetten. Inzetten van elkaars krachten en gericht monitoren met data.
